dinsdag 12 november 2013

Tante Stoom

Ooit had ik een dankgedichtje gemaakt voor tante Riet, die altijd zo goed hielp bij verhuizingen, vooral als ze haar stoom-apparaat meebracht, waarmee ze niet alleen het behang los-, maar ook zowat het hele huis schoon stoomde. De laatste tijd bekroop mij de vrees dat ik er zelfs geen uitdraai meer van had. Toen UPC ons een lang weekend zonder telefoon, televisie en internet liet zitten, ben ik naar boven geslopen, niet alleen om op de Playstation 1 te spelen, maar ook om op alle oude computer-HD's en alle losse diskettes op zoek te gaan naar het gedicht voor Tante Stoom. En warempel... daar was 'ie! Geschreven in WordPerfect 5.1, maar converteren was voor OpenOffice geen probleem. Nu raakt het gedicht niet meer in vergetelheid... althans voorlopig niet.

Tante Stoom

Je hebt zo van die tantes,
Die komen op visite
Om van de koffie en de thee
En de gebakjes te genieten.

Je hebt ook van die tantes,
Die kletsen telkenmale
Over bezoeken aan de zieken
En over akelige kwalen.

Dan heb je nog die tantes,
Die deugen voor geen meter;
Die weten, ja, die weten, ja,
Die weten alles beter.

Maar zo is mijn tante niet,
Want dat is Tante Stoom:
Zij puft en stoomt het hele huis
En is bepaald niet sloom.

Ze stoomt de trap en het behang
En de verwarmingsbuizen.
Ze helpt je graag uit vrije wil
Als je eens gaat verhuizen.

Ze stoomt de deuren en de muren,
Het is haast niet gewoon,
De vloeren en lamellen ook;
Alles wordt even schoon.

Dankzij haar stoommachine
Blinkt koper hier en chroom.
Wij leven stofvrij in ons huis:
Dank je wel, hoor, Tante Stoom!

zondag 6 oktober 2013

De Nieuwe Wildernis



We zijn vandaag dan naar De Nieuwe Wildernis geweest, die in werkelijkheid praktisch bij ons in de achtertuin begint - nou, eerst nog even 10 minuten fietsen, maar dan sta je ook echt aan de rand van de plas en de prairie. Alle lof die deze film krijgt is volkomen terecht. Twee jaar lang heeft de filmploeg opnames gemaakt in de Oostvaardersplassen. Ook 's nachts. Ook onder water. Achteraf ben ik ze één keer tegengekomen, met hun bestelbus vol camera's en apparatuur. In de film worden twee jaar in een eenjarige cyclus geperst, van lente tot lente. Het resultaat is oog-strelend: geweldig camerawerk, verbluffende close-ups, en prachtige sfeer-lenzen soms ook gebruikt, versnelde opnames, slow-motions, en dat alles vergezeld van een serieus, deskundig en af en toe droog grappig commentaar (ongetwijfeld de inbreng van Hans Dorresteijn). En met een moraal: in de natuur is een dood paard (hoe zielig ook) weer voedsel voor vele anderen, waaronder die lollige vosjes - die wil je toch ook niet laten doodgaan in de winter? Landschap en dieren zijn heel herkenbaar: vrijwel alles ben ik er zelf ook tegengekomen, behalve dat kleine ijsvogeltje: dat moet ik toch eens gaan zoeken komend voorjaar. Voor een Nederlandse natuurdocumentaire is dit de absolute top - een waardige opvolger van het oeuvre van Haanstra.

Eén verhaaltje miste ik in de film: dat van het dode hert op het eilandje. Maar dat is waarschijnlijk omdat hier toch de mens (Staatsbosbeheer) had ingegrepen.

vrijdag 27 september 2013

Betalen

Nadat mij moeder enkele maanden geleden haar tweede heup had gebroken, kwam ze in een verzorgingstehuis terecht en constateerde men een gevorderd stadium van Alzheimer. Natuurlijk hadden wij al een tijdje gemerkt dat ze steeds vreemder opmerkingen ging maken, maar nu begonnen alle puzzelstukjes duidelijk in elkaar te vallen. Bij haar Alzheimer hoort ook een vorm van afasie waardoor ze telefoon zegt als ze televisie bedoelt. Op één of andere manier heeft ze een fixatie op geld en betalen ontwikkeld. Ik kan het uit haar verleden nog niet heel goed verklaren, maar het zal er wel mee te maken hebben dat ze nu niet over geld of een pinpas kan beschikken (waarvan ze de pincode vergeten is). Dat hoeft verder ook niet, want dan raakt dat geld maar kwijt, of wordt de pas ingepikt door andere dementen, en bovendien: de verzekering en wij betalen alle openstaande rekeningen. Er hoeft nergens voor betaald te worden door mijn moeder: niet voor het eten, niet voor het verblijf. Maar ze blijft maar terugkomen op betalen, en vandaag bleef ze maar koppig beweren dat het personeel elke dag langskwam voor betaling.
"Dan komen ze 's avonds en dan moet je betalen."
"Hoe kan dat nou?"
"Toch is het zo. Ik zit hier niet te liegen."
"Ze komen natuurlijk vragen wat je volgende dag wil eten."
"Nee! Dat vragen ze nooit."
"Of gaat het om de was?"
"Nee, ook niet."
"Maar hoe kunnen ze nu vragen om te betalen? Je hebt helemaal geen geld."
"Nee, en toch komen ze elke avond."
"Heb je ze wel eens geld gegeven dan?"
"Nee."
"Laten ze je een briefje tekenen dan?"
"Nee, dat ook niet."
"Ik kan het bijna niet geloven."
"Nou, dan moet je maar eens wat langer blijven, dan zul je het zien. Laatst hadden ze zo'n grote ronde witte nog in vieren gebroken."
"Ooooohhh! Je bedoelt pillen!"
"Ja."
"Je moet elke avond pillen innemen!"
"Ja."
"En ze hebben je paracetamol in vieren gebroken want anders krijg je hem niet doorgeslikt."
"Ja!"
'Geld' en 'betalen' lijken de functie van 'smurf' te hebben gekregen uit de smurfentaal.
'Geld' kan 'pillen' betekenen, en 'betalen' kan 'innemen' zijn.
Nou snap ik het weer... alleen die specifieke fixatie niet.

zaterdag 4 mei 2013

4 mei

Wij gedenken onze doden,
Nederlanders, Joden;
Het lot van Duitsers laat ons koud,
Want hullie waren altijd fout.

Mediamarkt en Halfords


Sinds eind jaren tachtig geldt voor wetenschappers dat hun gereedschap niet langer pen en papier is, maar de computer. Vroeger kostte één PC een godsvermogen, maar tegenwoordig kan ik me wel wat meer veroorloven, en hoef ik niet meer duimen te gaan zitten draaien als er een computer uitvalt. Na de PC kwam de laptop, en schoorvoetend ook de smartphone, en nog niet zo lang geleden vond ik het tijd worden dat er ook een tablet kwam, voor op vergaderingen en congressen. Maar dan ben ik wel weer zo zuinig dat ik vind dat het niet teveel mag kosten. Sommige tablets zijn zo duur als een laptop, en laptops kunnen veel meer, dus waarom zou ik dan een tablet willen? Daarom kocht ik bij de Mediamarkt een Archos Cobalt Android tablet voor pakweg 150 euro (in oud geld toch meer dan 300 gulden). De tablet, made in China, hield zich een paar weken goed, maar na wat schermflikkeringen en wat mededelingen van “Ik kan geen wifi verbinding maken” ging het scherm onherroepelijk op zwart, de dag voor Koninginnedag.
Als je dan op weg bent naar de Mediamarkt, dan voer je in je hoofd al van die middenstandersgesprekken met onwillige lui van de servicebalie. Natuurlijk verwacht je dat het apparaat opgestuurd gaat worden ter reparatie, en dat dat een eeuwigheid gaat duren, dat ze het defect niet kunnen vinden, en de tablet nog even kapot terug komt als hij heen ging.
In werkelijkheid: niets van dat alles.
“Mijn tablet is een beetje dood.”
“Ojee.”
“Het scherm blijft zwart en ik krijg hem niet meer aan. Ook niet als ik hem aan het lichtnet aansluit.”
“Heeft u alle accessoires bij u?”
“Ja, hier is de voedingskabel en de USB-kabel.”
“Prima, dank u wel. Het zit zo: we hebben geen reparatiecontract met deze leverancier.”
Er gaat een schok door je heen: wat betekent dit?
Maar na wat heen en weer praten komt het hier op neer:
“Ik maak een bon voor u. U kunt een nieuwe tablet gaan halen, of een andere (en eventueel wat bijbetalen), maar u kunt bij de informatiebalie ook gewoon uw geld terug krijgen. De enige voorwaarde is dat u dat vandaag doet.”
Kijk, dat is onverwachte service. Je anticipeert op een dozijn moeilijkheden en bezwaren, en je krijgt gewoon het volledige bedrag van je aankoop zonder zeuren terug. Ik was aangenaam verrast. Boven bij de tablets vertelde een verkoper dat het merk Archos nogal onbetrouwbaar was gebleken: de apparaten gaan na zo'n vier maanden al kapot. Nou, dan was ik sneller met een paar weken. Je denkt wel: verkoop die rotzooi dan überhaupt niet. Maar vanwege de restitutie zonder zeuren wilde ik er geen punt van maken. Inmiddels heb ik weer een tamelijk onbekend merk tablet gekocht en wacht af of die wel een langer leven beschoren is. De tablet moet binnenkort zijn diensten gaan bewijzen op congressen in de Baltische staten.
Een wetenschapper heeft niet alleen computers als gereedschap nodig, maar moet ook voldoende blijven bewegen om gezond te blijven. Helaas heb ik een hekel aan de meeste vormen van beweging. Ik hou niet van sporten en ook niet van de sportschool of – pakweg – zwemmen. De enige acceptabele beweging voor mij is fietsen in de natuur. Gelukkig woon ik dicht bij de Oostvaardersplassen, een uniek natuurgebied waar goed omheen valt te fietsen en waar het dankbaar foto's maken is. Mijn fiets was tot nu toe de blauwe Peugeot racefiets van mijn vader. Hoe oud die precies is, weet ik niet, maar ik vrees minstens zo'n 35 jaar. Van de tien versnellingen ben ik er vijf kwijt – die zijn er van ouderdom afgevallen. De remmen doen het nog wel, maar er moet zich geen noodsituatie voordoen. Het profiel van de banden is volkomen glad. Iedere fietstocht spookt het door mijn hoofd: als ik nu een klapband krijg, dan kan ik dat hele pokkeneind naar huis teruglopen. Dus een mens begint op internet te kijken naar alternatieven. Halfords heeft betaalbare fietsen en bovendien een inruil-actie. Ik citeer: “Zeer scherpe inruilprijzen voor je oude fiets. Het maakt niet uit hoe oud of in welke staat je oude fiets is!” Kijk, dan heb je mijn aandacht.
Dus ik fiets op mijn oude racefiets naar de dichtstbijzijnde Halfords in Almere-Buiten. Ik kom met mijn racefiets naar binnen lopen en vraag of ik deze kan inruilen. De jongste bediende moet dit aan zijn baas gaan vragen. De baas blijkt de gevluchte broer van Idi Amin te zijn, die het even te druk heeft omdat hij een andere jonge werknemer verrot moet schelden. Als hij eenmaal aandacht voor mijn vraag heeft, is zijn reactie resoluut: “Geen racefietsen.” Ik wil er geen ruzie om zoeken en zeg verzoenend, terwijl ik al op het punt van vertrek sta: “Oh, jammer, nou ja. Op de website stond niet dat je geen racefietsen kon inruilen.” Broeder Amin lijkt even van zijn stuk gebracht. Ik voeg nog toe: “Geen kinderfietsen en geen Spartamets. Dat heb ik wel gelezen. En geen gestolen goed. Maar geen racefietsen staat niet in de voorwaarden op internet.” Meneer Amin neemt nu geen moeite meer om de site te lezen en laat jongste bediende nummer twee een offerte uitrekenen.
Er start nu een uitgebreid ritueel. Normaal zou je denken: er wordt een tamelijk fictief inruilbedrag aangeboden, zodat de klant het gevoel krijgt een lekker voordeeltje te behalen op de aankoop van een nieuwe fiets. Je denkt: ze bieden straks 50 euro voor het type racefiets waarop Eddy Merckx ooit de Tour de France won. Maar nee, het blijkt dat mijn fiets nu op zijn ware merites beoordeeld gaat worden. Remmen worden getest, gekeken wordt of er een slag in voor- of achterwiel zit. Hallo, ik snap ook wel dat deze fiets niet meer door te verkopen valt als occasion – deze fiets heeft alleen nog museumwaarde. “Meneer,” zegt de jongen met een treurig gezicht: “de calculatie komt uit op een bedrag van 10 euro.” Ik schiet in de lach: “Ja, dan gaat de deal niet door natuurlijk. Ik dacht dat de geld retour actie bedoeld was als een lokkertje om een nieuwe fiets te kopen.” Waarschijnlijk is mijn fiets aan oud aluminium al meer dan 15 euro waard.
Ik loop de winkel uit, me voornemend om deze racefiets te houden en te repareren tot het echt niet meer kan. Halfords is mij kwijt als klant. Misschien kunnen ze op het punt van klantvriendelijkheid nog eens iets leren van de Mediamarkt. Maar dan moet de filiaalhouder niet de broer van Idi Amin zijn, vrees ik...

zondag 21 april 2013

Het Koningslied


Vlak voordat John Ewbank bij De Wereld Draait Door het nationale koningslied ging voorspelen op de piano, maakte hij een gewaagd grapje over de bard Assurancetourix uit de strip Asterix die altijd gekneveld eindigt als er een feestje is. Dat grapje had hij beter niet kunnen maken. Want nog voordat het lied door 'gansch het volk' gezongen zou worden, werd de bard de mond al gesnoerd. De kritiek en de grappen waren niet mals - sommige reacties in de sociale media waren zelfs regelrecht respectloos. Maar eerlijk is eerlijk: dit was gewoon niet het lied dat we met z'n allen onze nieuwe koning kado willen doen. Als dit lied nou in een Van den Ende-musical had gezeten, dan zou niemand er problemen mee hebben. Musicalliefhebbers houden wel van dit soort liedjes. Bij Kinderen voor Kinderen was het allicht een lollig liedje geweest. En met zo'n inzending voor het Eurovisiesongfestival waren we keurig laatste geworden, zoals het hoort. Niemand die daar echt verdrietig van wordt. Maar ditmaal... het lied was nog niet verschenen, of de kritiek was niet van de lucht en het regende al snel grappen.


Toch was het niet helemaal duidelijk waarom het lied nou precies werd afgekeurd. Twee argumenten leken om de voorrang te strijden:
1. De melodie is plagiaat. Dat klopt: het lijkt sprekend op 10.000 Reasons van Matt Redman. Maar goed... ik weet niet of John Ewbank hier nu bewust heeft lopen jatten. Zo'n componist weet toch zelf ook wel dat 'ie daarmee tegen de lamp gaat lopen? Een beetje componist loopt echter alle dagen rond met een hoofd vol melodieën. En op een dag 'componeert' hij een melodie, waarvan 'ie zelf niet meer weet dat 'ie hem al eens eerder heeft gehoord. Zelfs als er wel sprake is van toe-eigening van andermans eigendom, dan zeggen we in een milde bui nog wel: "Beter goed gejat dan slecht verzonnen"
2. Er zitten teveel taal- en stijlfouten in de tekst. Dat argument is maar betrekkelijk. Net als in andere liedjes zitten er nogal wat elliptische zinnen en overdrachtelijk bedoelde frasen in de tekst. Geen regel schrijft voor dat een lied alleen maar correcte volzinnen en zinvolle mededelingen moet bevatten. Heeft u wel eens geprobeerd om te snappen waar Hotel California, Child in Time of Bohemian Rhapsody eigenlijk over gaan? Toch zijn het wereldhits.
Plagiaat en taalfouten - het zijn geen geringe aantijgingen, maar ik krijg toch het gevoel dat dit alleen maar stokken zijn om de hond te slaan. Eigenlijk zijn bepaalde mensen ergens anders boos over. Een mening die over the top de ware reden opgeeft, vond ik ergens op Twitter als plaatje:


Inderdaad, er zijn talloze Nederlanders die niet houden van de muziek van Marco Borsato, Dries Roelvink, André Rieu, Gordon, Frans Bauer, Gerard Joling, Jan Smit en noem ze allemaal maar op. Het is niet zo moeilijk om deze muziek te vermijden: gewoon de CD's niet kopen en niet naar hun concerten gaan. Maar nu wordt er aan de nieuwe koning straks plechtig een officieel lied aangeboden namens het hele Nederlandse volk. Dus ook namens de mensen die meer van de Mattheüs Passion houden, of Oscar Peterson, of Within Temptation. Kortom, alle mensen die je nooit bij een Joop van den Ende musical zult aantreffen - en dat zijn er meer dan u denkt. Dat heeft John Ewbank dezer dagen aan den lijve mogen ondervinden. Hij wilde dit lied aan onze koning aanbieden... "maar asjeblieft niet namens mij!" klonk het ineens uit honderdduizenden kelen.
Weet u welk Koningslied we maar het beste kunnen zingen, en waar we de koninklijke familie ongetwijfeld een plezier mee doen? Een lied dat het zowel bij plechtigheden, herdenkingen als sportevenementen al vele jaren goed doet: het Wilhelmus.

zaterdag 20 april 2013

Gedicht in Almere


THUIS
mijn Sepiastraat is okergeel
de hoge lucht ziet blauw
zonlicht opent raam en schaduw
zingt ik ben van jou

(Sepiastraat, Regenboogbuurt, Almere-Buiten,
het huis van dichteres Maria van Daalen;
www.mariavandaalen.com)