Als ik de Spinhuissteeg in stap om naar de metro te lopen, zie ik een tiental meter voor mij een jonge man met een zwarte pitbull lopen. De man draagt zwarte riemen in zijn hand, de hond loopt los. Geen muilkorf.
Ik hou mijn pas een beetje in - ik ga ze in de steeg niet passeren.
De jonge man lijkt me geen aso, en de hond loopt rustig mee, maar ik ga me er toch niet langswringen.
Dan draait de hond zich om en ziet mij.
Hij komt op mij aflopen. Ik steek mijn hand uit: meestal willen honden die even ruiken.
Halverwege versnelt de hond ineens zijn pas, negeert mijn hand en springt tegen mijn been op.
Hij kijkt er speels bij en blaft niet.
Toch geef ik zijn grove kop even een zwieper, zodat hij zijwaarts van me af vliegt.
Baasje is veel harder geschrokken en sprint roepend mijn kant op.
"Laag, laag!" schreeuwt hij tegen de hond.
Schuldbewust zet de hond het op een lopen. Baasje moet weer rechtsomkeert maken om de hond in te halen.
In een paar passen heeft baasje de hond dan te pakken en fixeert hem op de grond.
"Laag, laag!" roept hij nog altijd.
De hond laat zich door zijn poten zakken en tegen de grond duwen.
Als ik man en hond passeer, zegt de man: "Sorry hoor."
Ik zeg "ja" en lach een beetje.
Ik ben niet geschrokken - honden zullen mij niet snel intimideren.
Als ik de hoek om loop, kom ik in het toeristengedruis terecht.
En onwillekeurig denk ik dan toch: "Wat nou als er een klein kind achter hun had gelopen?"