zondag 21 april 2013

Het Koningslied


Vlak voordat John Ewbank bij De Wereld Draait Door het nationale koningslied ging voorspelen op de piano, maakte hij een gewaagd grapje over de bard Assurancetourix uit de strip Asterix die altijd gekneveld eindigt als er een feestje is. Dat grapje had hij beter niet kunnen maken. Want nog voordat het lied door 'gansch het volk' gezongen zou worden, werd de bard de mond al gesnoerd. De kritiek en de grappen waren niet mals - sommige reacties in de sociale media waren zelfs regelrecht respectloos. Maar eerlijk is eerlijk: dit was gewoon niet het lied dat we met z'n allen onze nieuwe koning kado willen doen. Als dit lied nou in een Van den Ende-musical had gezeten, dan zou niemand er problemen mee hebben. Musicalliefhebbers houden wel van dit soort liedjes. Bij Kinderen voor Kinderen was het allicht een lollig liedje geweest. En met zo'n inzending voor het Eurovisiesongfestival waren we keurig laatste geworden, zoals het hoort. Niemand die daar echt verdrietig van wordt. Maar ditmaal... het lied was nog niet verschenen, of de kritiek was niet van de lucht en het regende al snel grappen.


Toch was het niet helemaal duidelijk waarom het lied nou precies werd afgekeurd. Twee argumenten leken om de voorrang te strijden:
1. De melodie is plagiaat. Dat klopt: het lijkt sprekend op 10.000 Reasons van Matt Redman. Maar goed... ik weet niet of John Ewbank hier nu bewust heeft lopen jatten. Zo'n componist weet toch zelf ook wel dat 'ie daarmee tegen de lamp gaat lopen? Een beetje componist loopt echter alle dagen rond met een hoofd vol melodieën. En op een dag 'componeert' hij een melodie, waarvan 'ie zelf niet meer weet dat 'ie hem al eens eerder heeft gehoord. Zelfs als er wel sprake is van toe-eigening van andermans eigendom, dan zeggen we in een milde bui nog wel: "Beter goed gejat dan slecht verzonnen"
2. Er zitten teveel taal- en stijlfouten in de tekst. Dat argument is maar betrekkelijk. Net als in andere liedjes zitten er nogal wat elliptische zinnen en overdrachtelijk bedoelde frasen in de tekst. Geen regel schrijft voor dat een lied alleen maar correcte volzinnen en zinvolle mededelingen moet bevatten. Heeft u wel eens geprobeerd om te snappen waar Hotel California, Child in Time of Bohemian Rhapsody eigenlijk over gaan? Toch zijn het wereldhits.
Plagiaat en taalfouten - het zijn geen geringe aantijgingen, maar ik krijg toch het gevoel dat dit alleen maar stokken zijn om de hond te slaan. Eigenlijk zijn bepaalde mensen ergens anders boos over. Een mening die over the top de ware reden opgeeft, vond ik ergens op Twitter als plaatje:


Inderdaad, er zijn talloze Nederlanders die niet houden van de muziek van Marco Borsato, Dries Roelvink, André Rieu, Gordon, Frans Bauer, Gerard Joling, Jan Smit en noem ze allemaal maar op. Het is niet zo moeilijk om deze muziek te vermijden: gewoon de CD's niet kopen en niet naar hun concerten gaan. Maar nu wordt er aan de nieuwe koning straks plechtig een officieel lied aangeboden namens het hele Nederlandse volk. Dus ook namens de mensen die meer van de Mattheüs Passion houden, of Oscar Peterson, of Within Temptation. Kortom, alle mensen die je nooit bij een Joop van den Ende musical zult aantreffen - en dat zijn er meer dan u denkt. Dat heeft John Ewbank dezer dagen aan den lijve mogen ondervinden. Hij wilde dit lied aan onze koning aanbieden... "maar asjeblieft niet namens mij!" klonk het ineens uit honderdduizenden kelen.
Weet u welk Koningslied we maar het beste kunnen zingen, en waar we de koninklijke familie ongetwijfeld een plezier mee doen? Een lied dat het zowel bij plechtigheden, herdenkingen als sportevenementen al vele jaren goed doet: het Wilhelmus.

zaterdag 20 april 2013

Gedicht in Almere


THUIS
mijn Sepiastraat is okergeel
de hoge lucht ziet blauw
zonlicht opent raam en schaduw
zingt ik ben van jou

(Sepiastraat, Regenboogbuurt, Almere-Buiten,
het huis van dichteres Maria van Daalen;
www.mariavandaalen.com)

vrijdag 5 april 2013

Mediahypes: Project X en de Apocalyps

Met zekere regelmaat krijg ik mails van scholieren en studenten, die mij dan vragen stellen omdat ik deskundig zou zijn. Rond de profielwerkstukkentijd is het druk met mailtjes van scholieren: dat zijn dan meestal groepen meisjes die iets leuks (en tamelijk onmogelijks) willen met sprookjes. Met een beetje pech streven de vragen meteen naar het allerhoogste, zoals: "waarom houden mensen van volksverhalen?" en "wat is de symboliek van sprookjes?" Studenten stellen meestal wat minder existentiële vragen en weten wat beter te focussen, maar als je al hun vragen ten volle zou beantwoorden, dan zouden ze meteen klaar zijn met hun scriptie - en het was toch echt de bedoeling dat ze die zelf schreven, en niet ik.
Vandaag kreeg ik een mailtje van een studente journalistiek die een scriptie aan het schrijven was over mediahypes. De vragen overziend dacht ik meteen: dat weten andere specialisten veel beter. Dus ik begon mijn antwoordmail met verontschuldigende woorden dat ik er niet zo veel van wist en ik noemde anderen bij wie ze beter terecht kon. Vervolgens dacht ik de vragen wel met een paar zinnen af te kunnen, maar gaandeweg werden de antwoorden toch langer dan de bedoeling was. Ik blijf er overigens bij dat andere onderzoekers beter op de hoogte zullen zijn, maar ik heb in elk geval mijn eigen gedachten nog eens op een rijtje kunnen zetten.

- Wat is volgens u de meest opvallende mediahype van het afgelopen jaar? Waarom?
Ik heb het niet echt bijgehouden, maar vanuit mijn vakgebied (volksverhalen, volksgeloof, broodjeaapverhalen) kan ik er twee bedenken:
- Project X in Haren
- het Einde der Tijden op 21 december 2012
Het waren de meest opvallende mediahypes omdat ze mij het meest zijn opgevallen, natuurlijk. De commissie Cohen concludeerde dat Project X vooral groeide op de sociale media, maar de grafiek toont aan dat het nieuws pas echt viral ging zodra de landelijke media erover gingen berichten. Over het aanstaande Einde der Tijden werd in de weken eraan voorafgaand veel media-aandacht besteed, maar het bleek "much ado about nothing". In Bugarach (waar men de apocalyps zou kunnen overleven) stonden journalisten vooral elkaar te filmen en fotograferen. Zie http://www.youtube.com/watch?v=2PvuuZ7Z2_w

- Zou je kunnen stellen dat een mediahype ontstaat doordat de vraag naar nieuws groter is dan het aanbod?
Er zijn heel veel media die dagelijks heel veel kolommen en zendtijd moeten vullen. De vraag naar nieuws is groot, maar het aanbod lijkt me minstens zo groot. Van alles valt nieuws te maken, in binnen- en buitenland. Er is vooral de interne druk om elke dag met nieuws te komen (elke redactie moet elke dag produceren) en er is een externe druk om concurrerend te blijven. Er mag niet ondergedaan worden voor de collega-media, en men moet regelmatig met een scoop komen om mee te blijven tellen. En dus zijn alle media druk op zoek naar nieuws, en zodra er weer iets gevonden is, willen ze er allemaal over berichten.
En dan is er m.i. nog een tweede element: er moet wel een verhaal zijn. Het kan wel zijn dat de media een verhaal soms buiten proporties opblazen, maar er is wel een nieuwsfeit met een achtergrondverhaal. Het is niet zo, dat er met Project X of met de Mayakalender geen enkel verhaal was. De twee casussen laten wel zien dat het effect van de media heel verschillend kan zijn. De hype rond Project X trok heel veel meer jongeren naar Haren. Het Einde der Tijden boeide uiteindelijk vrijwel niemand: er gingen geen hordes mensen de straat op, er werd niet volop gebeden, mensen pleegden niet massaal zelfmoord.
Als het een kwestie van vraag en aanbod zou zijn, kun je je afvragen: stel, er is voldoende aanbod aan nieuws, zouden er dan geen hypes meer bestaan? Zelfs bij voldoende nieuws zou je toch het pupillenvoetbal-effect weer zien: allemaal achter die ene bal aan. Pas als je alle journalisten van alle media zou onderbrengen in één staatsbureau voor journalistiek, en het journaal zou terugbrengen tot één zender, en de krant tot één krant, dan zouden de hypes afnemen. Er is dan minder grote behoefte om een overvloed aan kolommen en zendtijd te vullen (deze worden een schaars goed, en men moet veel meer gaan selecteren op nieuws dat er echt toe doet) en het concurrentiegedrag wordt uitgeschakeld: als A iets doet, hoeft B dat niet ook weer te gaan doen.

- Wordt een mediahype in stand gehouden door burgers of journalisten?
Als de mediahype eenmaal ontstaan is, dan wordt ie door journalisten in de lucht gehouden, is mijn indruk. Iedere journalist wil iets doen over een bepaald onderwerp; ze willen niet achterblijven, lijkt me. Als er na één bericht niets meer over Project X in de media was verschenen, had de burger daar niet mee gezeten, denk ik. Hetzelfde geldt voor de Apocalyps; als het bij één bericht was gebleven, was het de burger ook best geweest. Het is - naar mijn indruk - niet zo dat er over alle onderwerpen vanuit het publiek voortdurend nieuws geëist wordt. Natuurlijk zijn er wel belangrijke onderwerpen waar de burger over geïnformeerd wil worden, maar dat zijn dan meer storingen in het pinverkeer, vertragingen op het spoor, een grote schietpartij in een winkelcentrum, politieke besluiten etc.

- Hoe ontstaat een mediahype, waar komt deze vandaan? Hoe en waarom nemen andere media dit over?
Dat is een vraag die je het best aan redacties of journalisten zelf zou kunnen stellen, want daar ben ik nooit bij. Journalisten hebben natuurlijk een neus voor circulerende geruchten, voor dingen waar mensen over spreken. Tegenwoordig kunnen ze zich ook een beetje laten inspireren voor Twitter en Facebook. Op zeker moment besluit een journalist of een redactie dat iets een item wordt. Verschillende media-redacties zitten ook vooral elkaar in de gaten te houden. Ze lezen elkaars kranten en tijdschriften, kijken en luisteren naar elkaars zenders... Als eentje een bijzonder verhaal heeft, buitelen vervolgens ook alle andere redacties over elkaar heen om óók een stukje van het verhaal te kunnen brengen. Ik heb dat al meermalen persoonlijk meegemaakt. Als ik zelf met iets nieuws naar buiten kwam en dat aan één krant vertelde, of in één radio-programma, dan kreeg je de volgende dag de godganse dag redacties van andere media aan de telefoon, voor óók een interview over hetzelfde onderwerp. Binnen de media bestaat dus een soort aanjagende functie die maakt dat ze bij veel onderwerpen achter elkaar aanhobbelen en de boot niet willen missen.

- Hoe verdwijnt een mediahype? Fade deze langzaam uit, of verdwijnt deze van de een op de andere dag?
Dat verschilt en is afhankelijk van wat er gebeurt.
De rellen in Haren maakten dat het verhaal nog lang nasudderde, vanwege de schuldvraag en de rechtszaken.
Een dag na het (niet gekomen) Einde der Tijden was het onderwerp journalistiek compleet dood.