woensdag 1 augustus 2018

DOODDOENERS (the results)

Mijn vraag naar dooddoeners riep op Facebook nogal wat reacties op. De meeste mensen leken ze te herinneren uit hun jeugd, maar sommige respondenten waren nog zo jong, dat ze de dooddoeners toch vrij recent nog gehoord moeten hebben. En een enkeling stuurde een hedendaagse dooddoener in, die je bijna niet zou herkennen omdat ‘ie zo gewoon en algemeen is.
Ik heb geprobeerd om de dooddoeners in enkele categorieën onder te brengen (ik heb de reacties op Facebook aangevuld met een paar voorbeelden van Inez van Eijk, Ewoud Sanders en Jaap Toorenaar). Het begint vrijwel steeds met vragen of opmerkingen van kinderen:

– Wat eten we?
Husse(n) met je neus er tussen (4x)
Hussen met prikken en hoepelstokken met krenten
Hussemenusse met sienoren
Hoef je niet te weten tien pond scheten
Erpels met erpels en erpels toe (aardappels) (2x)
Brood met brood erop en brood ertussen
Sla met slakken en gedversnebbersaus
Wat je in je mondje stopt
Wat de pot schaft
Stront met striempies
Wat er in de pannen zit
Wat je op je bord krijgt
Mondsteeksels (3x)
Vraagschotels
Gestampt glas met dooie vingers
Hoepelstokken met straatstenen
Kruddelevutjes (Limburg)
Een bord wasem met een snee karnemelk
Gemalen spijkertjes met poppenstront
Apekool met vraagstaartjes
Wijsneuzen met vraagstaartjes
Barrekiekies met vet van kievitskuiten
Zand, zeep en soda
Himphamp op een mosterdmolen
Dat zal je wel zien als het op tafel komt

– In het bijzonder: wat krijg je in de gevangenis te eten?
Boterhammen met spinnenkoppen
Zeep met spelden

– En bij lamlendigheid of gebrek aan concentratie bij het eten
– Zit niet zo te kieskauwen
– Hé, hier draait de molen!

– Hè? Wat? Watte? (in plaats van “Wat zegt u?”)
'Hè?!' 'Kejjenietzegge wat mot je?' (Rotterdam) (2x)
Wat zeggie? Azzie val dan leggie! (Rotterdam)
Wat zeg je? Als je valt dan leg je
"Hè?" "Bokkiebèh!"
Wat? Steek je vinger in je gat. Moet je naar Deuteren om 'm eruit te laten peuteren, moet je naar Vlijmen om 'm eraan te laten lijmen en dan moet je naar Den Bosch en daar laten ze je weer los.
Wotte? De kot skyt op de motte. De hûn skyt er by, lekkere brei foar dy! (Friesland)
Wat? Klap voor je gat, dan hebbie wat.
'Wat? Klap voor je gat, dan voel je wat!'
Wat? Zwarte kat! Heb je 'm ook op vier poten door de kerk zien lopen?
“Watte?” “Koeieflatte met handvatte” (“en nog watte.”) (Zuid-Limburg)
Watte?? Eendegatte die in't water spatte (Zuid-Limburg)
Watten koop je bij de apotheker
MODERN: Wat? Of je worst lust. (4x) [populair geworden door deze reclame voor hoortoestellen]

– Waarom?
Daarom! Omdat ik het zeg
Daarom! “Daarom is geen reden. Als je van de trap af valt, ben je gauw beneden.”
Omdat jij niet door de muur heen kan kijken

– Waar gaan we naar toe?
Wėr gjin we hinne? Nei Fûtsjefinne. Pak de baarch by syn sturt en lit him rinne! (Friesland)
We gaan naar Wipketeern (Groningen)
"Wèr gjinne heit en mem hinne?" "Nei Kûtsjefinne." (Friesland)
Naar Bobbels Konte
Bobbeltjeskonten, drie uur boven de hel

– Hoe laat is het?
Net zo laat als gisteren om deze tijd
Het is kwart over de rand van de pispot
't Is kwart over een bult, tis pas gespeuld, bij Pietje de Laat in de Achterstraat. (Brabant)
“Viedel op naksje erm” (kwart over naakte arm) (Kerkrade. Zuid-Limburg)
Kwart over dunne schijt. Als je vlug bent kun je nog meeflodderen.
Vel over knook (Zuid-Limburg)
vel over been

- Wat kost dat?
"Wat kost dat?" "Het kost ene gulden Geertrui"

– Ik wil (liever)…
Jij hebt niks te willen
Je wil staat achter de deur
Jij hebt niks in te brengen als lege briefjes
Lieverkoekjes worden niet gebakken

– Ik heb dorst…
Dan ga je naar Hansje Worst, die heeft een hondje, die piest zo in je mondje

– Ik heb honger...
Honger? Kindertjes in Afrika, die hebben pas honger
Je hebt trek: de kindertjes in Afrika hebben honger

– Dat kan ik niet / Daar heb ik geen zin in
Kan ik niet ligt op het kerkhof. En wil ik niet ligt ernaast
Kan niet is dood, wil niet die leeft nog
Kan niet is dood en wil niet zit aan zijn graf
Heb je geen zin? Dan máák je maar zin! (3x)

– De deur open laten staan
Ben je in de kerk geboren soms?
Je woont hier niet in de kerk
We stoken niet voor de buitenwereld
We stoken hier niet voor de KLM
We doen hier niet aan heelalverwarming

– Waar kom ik vandaan?
Uit een bloemkool
Je bent bij het vis bakken uit de pan gesprongen

– As / als...
As is verbrande turf
Als mijn tante klootjes had gehad, dan was het mijn oom geweest
Als morgen de hemel naar beneden valt, hebben we allemaal een blauwe pet (hoed)
Als hadden aan de beurt is, is hebben voorbij

– Berijmde spot met persoonsnaam
Ankie. Een drol op een plankie
Rob de meisjesflop

– Moderne dooddoeners i.h.a.
Op de vraag 'Wat krijg je van me?' (als iemand iets kleins voorgeschoten heeft) 'Hoofdpijn.'
Oost-west, thuis is ‘t ook niet alles
Hoe is het? Ja goed…
Het is hier geen hotel

DOODDOENERS

We kregen op het Meertens Instituut een vraag over dooddoeners. De schrijver herinnerde zich nog iets uit het Gronings:
– Als kinderen vroegen “Waar gaan jullie/we naar toe?” en de ouders hadden even geen zin in een serieus antwoord, dan zeiden ze "We gaan naar Wipketeern"
In het Fries kon het zo klinken:
– "Wèr gjinne heit en mem hinne?" "Nei Kûtsjefinne."
Naar mijn indruk waren ouders vroeger meesters in het geven van cliché-antwoorden en het debiteren van dooddoeners. Zelf herinner ik me nog:
– Wat eten we vanavond? Hussen met je neus ertussen.
– Waarom? Omdat jij niet door de muur kunt kijken.
– Hoe laat is het? Kwart over de rand van de pispot.
In het verleden is er wel over geschreven door Inez van Eijk en Ewoud Sanders, maar dat is al gauw weer 20 tot 40 jaar geleden. Jaap Toorenaar verzamelde meer recent gevleugelde uitspraken van ouders en grootouders, en daar zaten ook wat collectieve dooddoeners tussen.
De vraag is natuurlijk: wie kent ze nog? En vooral: welke dooddoeners zijn nog altijd in gebruik? Of kunnen we wel vaststellen dat de dooddoeners hun beste tijd gehad hebben?

Hier de eerste antwoorden.