(naar het gedicht Die Lorelei van Heinrich Heine uit 1823)
De Lorelei
Ik weet niet, wat het te betekenen heeft,
Maar ik blijf zo treurig smachten;
Een sage uit oeroude tijden,
Krijg ik maar niet uit mijn gedachten.
De lucht is koel en het schemert,
En rustig stroomt de Rijn;
De top van de berg fonkelt,
In de avondzonneschijn.
De schoonste jonkvrouw zit
Prachtig mooi boven daar;
Haar gouden sieraad blinkt,
Ze kamt haar gouden haar.
Ze kamt het met een gouden kam,
En zingt daarbij een lied,
Dat een overweldigende,
Wonderschone melodie biedt.
De schipper in het kleine scheepje
Grijpt het aan, niet te geloven;
Hij let niet meer op scherpe rotsen,
Hij kijkt alleen nog maar naar boven.
Ik meen, dat in de golven tenslotte
Schipper en schuit zijn vergaan,
En dat heeft, met haar gezang,
De Lorelei gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten